4.a Vind je dat Den Tex de feiten geloofwaardig in het fictieve verhaal heeft verwerkt?
Het antwoord op deze vraag is volgens mij ook erg afhankelijk van de actieven kennis van de lezer. Hoe beter de lezer op de hoogte is van de genoemde gebeurtenissen, hoe moeilijker het wordt om geloofwaardig te blijven.
Een voorbeeld is het gebruik van de autotelefoon op pagina 82. Mijn vader werkte bij PTT (voorloper van KPN) en was één van de eerste die zo'n toestel in zijn auto kreeg. Maar dat was eind jaren '80. Ik geloof direct dat de AIVD (of BVD in die tijd) ook over moderne technieken kon beschikken, maar of dat een autotelefoon was ruim 5 jaar voordat het Nederlandse telefoonnetwerk daarvoor geschikt was, waag ik te betwijfelen.
En zoals ik al eerder heb aangegeven vind ik de informatie die de verschillende mensen thuis zouden hebben liggen echt volstrekt ongeloofwaardig. Het afbreukrisico is daarvoor veel te groot.
4.b Denk je dat die feiten ook daadwerkelijk nodig waren om het verhaal te vertellen of had Den Tex het ook volledig fictief kunnen houden zonder het verhaal teniet te doen?
Ik vind het altijd wel een verrijking als een verhaal in een realistische context geplaatst kan worden. En dan zijn feiten wel noodzakelijk om het kader te schetsen. Als je het verhaal helemaal fictief maakt, kun je toch niet om de werkelijkheid heen. Dan maar liever echte feiten gebruiken.
4.c Wat vind je in het algemeen van het verwerken van (historische) feiten in een fictief verhaal? Geeft dat voor jou iets extra’s aan het verhaal omdat het fictieve verhaal zomaar ook echt gebeurd had kunnen zijn?
Ja, het geeft mij zeker wat extra's. Ik vind het leerzaam en het draagt op een ontspannen manier bij aan mijn algemene ontwikkeling. Maar tegelijkertijd is het ook gevaarlijk, want de feiten moeten wel kloppen. Een auteur weet nooit vooraf wat de lezers al weten of als feiten herkennen.