De schrijfstijl van Christine bevalt mij uitstekend: veel, korte, staccato-achtige zinnen. Geen lange inleidingen, de lezer weet direct waar hij of zij aan toe is. Omdat het verhaal geschreven is in de ik-vorm zit je helemaal in het hoofd van de auteur en voel je de worstelingen en interne conflicten. Maar ook de vastberadenheid: dit wil ik en hier heb ik voor gekozen. Alles is geschreven in de tegenwoordige tijd, ook de terugblikken. Omdat de gebeurtenissen zich in real-time lijken af te spelen, voel je je er als lezer dicht bij betrokken. In het boek is veel ruimte voor zelfreflectie en ook deze gedachtengangen zijn kort, to the point en duidelijk beschreven. De zinnen lopen lekker qua ritme en het geheel leest vlot. Nergens heb ik me afgevraagd: wat bedoelt de schrijfster eigenlijk?
Ook de dialogen zijn meestal kort en er is er sprake van concrete taal. De verhouding tussen verhalende tekst en dialogen vind ik oké.
Af en toe is er beeldspraak, bijvoorbeeld op bladzijde 25: Bij het weggaan help ik de schildpad in zijn jas. En op bladzijde 41: Opeens breekt de oorlog uit. Het is makkelijk je hier iets bij voor te stellen en dat vind ik prettig. (Niet de situaties an sich, natuurlijk, maar de beeldspraak die makkelijk te volgen is).
Ik vind de woordkeuze van Christine prima: geen wollig taalgebruik , maar alleen het noodzakelijke vermelden. Daardoor is het boek geen dikke pil geworden, maar een toegankelijk boek dat qua omvang te overzien is. De verhouding tussen Christine en Jonas wordt liefdevol en soms ontroerend beschreven. Je voelt hoe zij alles voor hem over heeft.
Een paar keer heb ik me verbaasd over de woordkeuze. Voorbeeld: fucking volle maan op bladzijde 43. Ik vind dit niet schokkend, ofzo, het viel me alleen op omdat dit soort woorden verder nauwelijks voorkomt en daardoor valt het een beetje uit de toon. Wat me ook opviel - en deze woorden moest ik enkele keren lezen voordat ik doorhad dat het er werkelijk stond : zwiepende zak op bladzijde 55*.* Ik vond het hilarisch terwijl het vast niet zo is bedoeld. Het deed me denken aan zingende zaag. (ook een alliteratie).
De stijl zou ik omschrijven als openhartig, met hart en ziel, toegankelijk, begrijpelijk, eerlijk, kort en krachtig, goed geformuleerd … Voor mij is dit boek een verademing na een aantal minder goed geschreven boeken op mijn nachtkastje. Complimenten voor Christine, ik vind Schaduwweduwe uitstekend geschreven.