Lang verhaal kort: ik herken de intentie die uit deze citaten spreekt en daar wil ik zeker respect en waardering voor hebben, maar ik vind het niet geslaagd.
Ik denk dat de schrijver echt haar best gedaan heeft om zorgvuldig te zijn, grondig onderzoek te doen en dat ze het reilen en zeilen in een voodoo-gemeenschap in Benin goed bekeken heeft. Maar ze is er geen onderdeel van, blijft aan de buitenkant. Daarom leren wij deze wereld ook niet van binnenuit kennen.
Het is een ingewikkelde discussie: kun je een verhaal schrijven over een cultuur waar je zelf geen onderdeel van uit maakt? Natuurlijk kan dat, anders zou er bijna geen literatuur meer mogelijk zijn en kunnen schrijvers alleen nog maar over hun eigen leven schrijven. Toch schuurt het in dit geval wat mij betreft dat we geen stem horen van bijvoorbeeld een overtuigde voodoo-aanhanger.
Dat ze vervolgens deze setting combineert met een mislukt liefdesverhaaltje vind ik eigenlijk niet okay. Als je dat verhaal afpelt, wat wil dit boek dan eigenlijk zeggen? Trauma’s en psychische stoornissen zijn vreselijk? Liefde haalt van alles overhoop? Rouwen is belangrijk?
Ik zie vrij weinig interactie tussen setting en plot. Het combineren van de wereld van de voodoo-religie met de wereld van een modehuis vind ik ook echt heel raar en respectloos. Of is dat de Westerse cultuur en de semi-traditionele reactie vanuit Afrika?
Tegelijk zijn er zeker passages in het boek waarin ik de schrijver denk te horen, die inderdaad dingen verkondigt die passen bij deze citaten. Ze legt de tolerantie en de verbindende rol van de voodoo-religie uitgebreid uit, je kunt een betoog vinden over hoe Benin als land om zou moeten gaan met de economische mogelijkheden van het toerisme.
Ben ik met mezelf geconfronteerd door het lezen van dit boek? Niet echt. Hoewel ik de keuze om in het midden te laten welke huidskleur de verschillende personages hebben wel een beetje confronterend vond. Dat levert deze leesclub dan toch mooi maar weer op!