Het is altijd lastig om aan het eind van een leesjaar heel precies vast te stellen wat de highlights waren. Zeker als je 54 boeken hebt gelezen en zo'n slecht en onrechtvaardig geheugen hebt als ik. Maar ik ga toch een poging doen, ook al ben ik er zeker van dat ik later aan dit overzicht ga twijfelen en dat ik sommige boeken TOCH had moeten noemen. Al was het maar omdat ik al die 54 boeken met veel plezier heb gelezen.
Mijn grootste ontdekking dit jaar was John Cowper Powys: een volkomen vergeten schrijver, die weliswaar door sommigen zeer wordt bewonderd maar door de meeste anderen wordt verafschuwd of totaal wordt genegeerd. Het grandioze A Glastonbury Romance was niettemin voor mij echt het topboek van 2022: een onuitputtelijk multiversum van 1120 bladzijden lang, vol met schiitterend beschreven mystiek- mysterieuze ervaringen van allerlei volkomen verschillende personages, en met prachtige beschrijvingen van de niet te doorgronden "First Cause" van ons peilloos mysterieuze universum. Ook Wolf Solent, Autobiography en (op oudejaarsdag) Weymouth Sands las ik heel graag, en in 2023 wil ik nog meer Powys lezen. Maar A Glastonbury Romance blijft voor mij vast Powys' topboek. Want weinig boeken zijn zo gevuld met zulke aanstekelijke magische mystiek. En met die magische mystiek weet Powys de raadselachtigheid van ons bestaan op wel heel inpirerende wijze nog verder te vergroten. Bovendien is Powys' ook erg op dreef als hij de existentiele vertwijfeling van sommige van zijn personages beschrijft. Daarin komt hij dicht in de buurt van de door hem - en mij- bewonderde Dostojevski.
Bijna even geniaal vond ik Oorlog en oorlog van mijn grote held Laszlo Krasznahorkai. Ooit had ik het al in het Engels gelezen en bewonderd, maar de herlezing in Nederlandse vertaling blies mij volkomen omver. Zelden heb ik een boek gelezen waarin de zwartgallige wanhoop over de totale betekenisloosheid van onze wereld zo pregnant werd geformuleerd. Maar net zo zelden las ik een boek waarin het verlangen naar ultieme schoonheid zo adembenemend werd verwoord.
Een grote ontdekking voor mij was in 2022 ook het werk van de voor mij totaal onbekende Rus Sigizmoend Krzjizjanovski. Vooral De letterdodersclub vond ik tamelijk adembenemend. Zelden heb ik een boek gelezen waarin zulke aanstekelijke en originele fantasieën en zulke uitdagende en originele gedachte- experimenten zo fraai samengaan, zelden las ik proza dat zo artistiek en tegelijk zo filosofisch is. Het boek draait om een geheim genootschap van zeven schrijvers die zichzelf hebben veranderd in "bedenkers" van zuivere ideeën en pure concepten, omdat zij geen enkele letter en geen enkel woord meer op papier zetten. Geen van die concepten wordt geconcretiseerd in opgeschreven woorden, geen enkel idee word uitgewerkt in een boek: alle concretisering en uitwerking in de werkelijkheid wordt opgegeven, om de puurheid en zuiverheid te bewaren van de ideeën en concepten. Dat kun je lezen als allegorie op de door Stalinistische censuur en repressie getroffen schrijvers. Maar ook als lofzang op het schrijven en fantaseren als pure mogelijkheid, waarin de verbeelding niet stolt in de concreetheid van een tekst. En op de rijke openheid van het onbezoedelde wit. Ik las in totaal vier boeken van deze man, en ik heb er ook nog een paar in het Engels besteld.
Een heel positieve verrassing was voor mij Aminadab van Maurice Blanchot. Ik kende zijn onnavolgbaar diepzinnige en ongrijpbaar mysterieuze essays over o.a. Kafka en de aard en waarde van hermetische literatuur, en ik kende ook een aantal van zijn mysterieuze romans en verhalen. Maar Aminadab kende ik niet, en ik was blij verrast om te merken dat Blanchot in deze labyrintische roman bijna net zo virtuoos schrijft als Kafka en bijna net zo fascinerend- ongrijpbaar. Een belevenis, deze roman, een heerlijke ontdekkingsreis in het volstrekt onbekende. Althans, voor liefhebbers van Kafkaiaans ongrijpbaar proza zoals ik.
Ik las dit jaar ook aardig wat (vier boeken) van Christoph Ransmayr. Vooral Morbus Kitahara vond ik fascinerend: een "what if"- roman over een fictief gebied waar mensen nog steeds zuchten onder de gevolgen van WO II en de holocaust, en vooral ook een heel fraaie evocatie van de duistere oerkrachten in onszelf en de wereld. Maar ook Atlas van een bange man vond ik adembenemend: een uniek reisverhalenboek waarin je allerlei oorden ziet die een ander mens nooit zal bezoeken, en die oorden worden dan ook nog eens op heel originele en dichterlijke wijze beschreven.
Ook las ik Homo Poeticus van Danilo Kis, waarna ik meteen zijn oude romans en verhalenbundels herlas. Vooral zijn trilogie Tuin, as, Kinderleed, Zandloper vond ik buitengewoon. Prachtig om te zien hoe Kis hier alle middelen van fantasie, verbeelding en literaire vervreemdingstechnieken inzet om te schrijven over het ondoorgrondelijke lot van zijn in de holocaust omgekomen vader. En hoe hij op die manier alle platitudes en ideologische versimpelingen vermijdt. Ook is deze trilogie een schitterende lofzang op de weerloze fragiliteit van elk mensenleven, en een prachtig pleidooi om aandacht te hebben voor alle nietige details in elk fragiel leven.
Voorts ben ik blij dat ik in 2022 Knut Hamsun heb herontdekt. Dat kwam vooral door de nieuwe fonkelende vertaling van Honger, zijn bekendste boek. Daardoor kwam ik op het spoor van redelijk recente hervertalingen van Mysteriën en Pan, die mij tot dan toe volkomen waren ontgaan. En vooral die laatste twee boeken las ik met vuurrode oren. Want Hamsun is echt behoorlijk briljant in het beschrijven van innerlijke vertwijfeling en het totaal meegezogen worden in de grillen van de eigen chaotische geest. Bijna net zo briljant naar mijn smaak als Dostojevski. Maar daarnaast is hij ook nog eens erg goed in het beschrijven van ervaringen van vervoering en redeloze jubel, of in natuurervaringen waarin de natuurpracht doortrilt in een verliefdheid en die verliefdheid doortrilt in de natuur. En dat eindigt dan weliswaar in adembenemend beschreven desillusie en wanhoop, maar toch trilt ook die jubel na. Prachtig. Er schijnen nog meer nieuwe vertalingen van Hamsun op komst te zijn: ik kan niet wachten!
Eindelijk las ik in 2022 ook werk van Jeroen Brouwers: Zonsopgangen boven zee, Het verzonkene, Bezonken Rood en De Zondvloed. Vier ongehoord poëtische prozawerken, waarin Brouwers motieven uit zijn eigen leven op onnavolgbare wijze herschept tot kunstwerk. Wellicht geschreven vanuit de Proustiaanse gedachte dat de vaak verborgen rijkdommen en betekenislagen van ons leven pas voluit tot ontplooiing kunnen komen zodra ze worden uitgewerkt in grootse literatuur. Vooral De Zondvloed vond ik imponerend: een onuitputtelijk in fantasievolle associaties uitweidend boek, even labyrinthisch als het leven zelf. Althans, als het leven zoals Jeroen Brouwers dat zag en in zijn literaire teksten herbeleefde. Ik ben vast van plan om nog meer van hem te lezen, misschien in 2023 al. Met dank overigens aan Lodewijk Verduin, die een inspirerend boek over Brouwers schreef en die in een interview zei dat hij Brouwers zelfs nog hoger inschatte dan Nabokov. Vooral die laatste - voor mij erg verrassende!- uitspraak was voor mij een goede reden om Brouwers eindelijk een keer te proberen!
En er was meer natuurlijk. Uitwissing van Thomas Bernhard bijvoorbeeld, zijn laatste en dikste boek, maar misschien ook zijn meest wanhopig- woedende en ontroerende boek. De diepst verborgen herinnering van de mens bijvoorbeeld, van Mohamed Mbougar Sarr: een heel inspirerende en aanstekelijke lofzang op de literatuur en op hoe je juist in literatuur het leven - en de onoplosbare raadselen van dat leven- kunt vieren. Ook memorabel was en is De Singulariteit van de Koerdisch- Zweedse Balsam Karam, vanwege het zo aangrijpende en tegelijk zo ongehoord originele proza, dat a.h.w. een heel eigen vorm vindt om te vertellen over onvertelbaar verdriet. De dood en het meisje van Juan Carlos Onetti was eveneens memorabel: zelden zijn zoveel zwartgalligheid, zoveel labyrintische raadselen en zoveel taalvernuft zo fraai verpakt in zo weinig bladzijden. Ook het ongeremd surrealistische en geestverruimende proza van Solenoïde zal ik niet gauw vergeten: daarin zoekt Mircea Cartarescu weer eens naar volkomen onbekende en nieuwe dimensies, die hij zo aanstekelijk beschrijft dat je er als lezer ook naar gaat verlangen. Terwijl je weet dat het een verlangen naar het onmogelijke is. Stemmig memoreer ik Tomas Nevinson, helaas de laatste roman van Javier Marias, maar door zijn trage proza vol enerzijdsen en anderzijdsen en zijn ongelofelijk genuanceerde reflectie op allerlei onoplosbare dilemma's is het wel waardige afsluiting van zijn imposante oeuvre. En als laatste noem ik Jouw afwezigheid is duisternis van Jon Kalman Stefansson: zeer tragisch, tegelijk zeer dichterlijk, en helemaal doordesemd van de gedachte dat je in dit peilloos tragische universum niet bij de pakken neer moet zitten, maar juist met alle dichterlijke kracht die in je is moet jubelen over het leven. Hoe kort en vergeefs elk leven ook is. Misschien is dit wel Stefanssons beste boek. En in ieder geval een boek dat ik volgens mij ook moest noemen. Al voel ik stevige weemoed over diverse andere prachtboeken die ik nu niet genoemd heb.....
Tot slot - en een dag nadat ik deze blog maakte- toch nog een nagekomen mijmering over een nog niet genoemd boek: De nieuwe naam van Jon Fosse, de waardige afsluiting van zijn in drie boeken uitgegeven septologie. Ook in dit deel bestaat het boek uit precies een eindeloos meanderende zin, die niet eindigt in een punt, en in die zin worden we volop meegenomen in de onoplosbare en niet in woorden te vatten raadselen van leven en dood en van het onvoorstelbare Goddelijke. Toen ik dit boek begin 2022 las was ik heel tevreden, maar toch vergat ik aanvankelijk om het te noemen in deze blog. Ook sommige recensenten waren jubelend, en lieten de term "Nobelprijs" maar weer eens vallen (wat bij Fosse trouwens vaker gebeurt). Maar ik heb dit boek toch nauwelijks teruggezien in allerlei "beste boeken van 2022"- lijstjes. Ik was dus niet de enige die dit boek eerst bejubelde en daarna vergat. Zou iedereen een slecht geheugen hebben, net als ik? Of is er "iets" aan de hand met dit boek waardoor het minder in ons geheugen is blijven hangen?
- Nabrander 31 januari 2023* : nog eens terugkijkend naar deze blog zie ik dat ik niks gezegd heb over de drie boeken die ik las van Willem Brakman, namelijk Come- back, Een vreemde stam heeft mij geroofd en Leesclubje. En ook niets over de best interessante (hoewel niet supergoede) Brakman- biografie Een ongeneeslijk heimwee van Nico Keuning. In 2022 was ik kortom best wel veel met Brakman bezig, en met die drie romans heb ik mij prima vermaakt: dat zijn alle drie heerlijk barokke boeken vol ongeremde fantasie en ongerijmde verbeelding. Ik vind bij nader inzien dat ik mijn Brakman- ervaringen alsnog moet noemen, want ik ben zonder meer een Brakman- fan en Brakman lezen is elk jaar voor mij best wel een pretje. Zeker als ik de voorpret en napret meetel.