Ja, ik vond het best geloofwaardig hoe Carys Davies laat zien dat John en Ivar elkaar stap voor stap leren begrijpen. In het begin moeten ze zich behelpen met gebaren, aanwijzen en woorden herhalen, maar gaandeweg groeit dat uit tot echte communicatie. Dat gaat niet zomaar vanzelf, en dat beschrijft ze ook mooi: soms gaat het mis, soms is het onduidelijk wat de ander bedoelt, maar beetje bij beetje komt er meer begrip. Precies zoals dat in het echt ook zou gaan.
Wat het voor mij extra sterk maakt, is dat je voelt dat ze allebei echt wíllen communiceren. Ze zijn op elkaar aangewezen en staan open om van elkaar te leren. Dat zorgt voor een soort natuurlijke ontwikkeling in hun contact – het gaat langzaam, maar wel vooruit.
En wat het tijdsverloop betreft: het is niet helemaal duidelijk hoeveel tijd er precies voorbijgaat, maar je hebt het gevoel dat ze weken of zelfs maanden op dat eiland samen zijn. In zo’n rustige en afgezonderde omgeving, zonder andere prikkels of afleiding, lijkt het me goed mogelijk dat je in die tijd een heel eind komt in elkaars taal leren. Zeker als je, zoals zij, elke dag samen dingen doet en veel met elkaar praat – of probeert te praten.
Dus ja, ik vond het geloofwaardig én mooi uitgewerkt.