Vraag 5.
a. Het afgelegen eiland met zijn ruige natuur en de onstuimige zee die het eiland omringd , wordt door Carys Davies invoelend en bloemrijk beschreven . Heel precies, en aan de hand van de beweging van de hoofdpersonen John en Ivar over het eiland, ervaar je als lezer hun persoonlijkheid en hun positie, hun rol, in de vertelling.
John houdt zich niet lang staande in de ruige omstandigheden op het eiland . Het lukt hem niet om vuur te maken, hij kan zijn kleren niet drogen die allemaal kletsnat zijn geworden gedurende de tocht naar het eiland en hijkan geen eten maken. En al op zijn eerste tocht, op zoek naar een bron, valt hij al wankelend en glibberend "wild met zijn armen maaiend als een klunzige schaatser" van een klif.
Ivar daarentegen kent het eiland op zijn duimpje en is uitstekend in staat voor zichzelf te zorgen. Hij kan zorgen voor zijn blinde koe, zijn paard, koken, naaien en breien. Hij vindt de verongelukte John en hij slaagt erin om John naar zijn huisje te transporteren en hem te verzorgen gedurende zijn bewusteloze dagen. Voor Ivar is het eiland zijn levensbron, op moeilijk bereikbare plekken kan hij voedsel verzamelen en het weer heeft voor hem geen geheimen.
Twee totaal verschillende persoonllijkheden zijn met elkaar in kontakt gekomen op een verder niet meer door mensen bewoond eiland. In dit isolement zijn zij op elkaar aangewezen. Het lot wil dat in elk geval Ivar geen idee heeft wie zijn onverwachte gast is.
b. Voor mij is het helder dat het eiland, met zijn winden en regens, zijn kliffen en heuvels, moerassen en spitse bergtop, omringd door een soms woeste en "bonkige" zee, een belangrijke rol speelt in het verhaal, het is een symbool van het leerproces dat de andere personages in het verhaal moeten aangaan.