9a. Op blz 189 een gedicht waaruit duidelijk blijkt wat Rieneke eigenlijk zou willen, maar wat haar niet meer lukt. Je voelt de wanhoop tussen de regels door. Ze heeft het geschreven op een van de laatste pagina’s van haar dagboek. “De volgende passage schreef ze zelfs zo ferm neer dat de letters nog vele bladzijdes erna hun doorgedrukte sporen hebben achtergelaten.”
WEG MET HET VERLEDEN, WEG|WEG|WEG|VOORUIT|TOE|VOORUIT|
NAAR JEZELF TOE MET ZELFVERTROUWEN|NIET KLEIN, GEWOON ZIJN|
Daarna volgt het gedicht waarin ze zichzelf alles voorhoudt wat ze eigenlijk zou willen bereiken. Maar zoals we weten uit de rest van het verhaal, heeft ze dit nooit voor elkaar gekregen.
9b. Een open, eerlijk, kwetsbaar verhaal van een dochter op zoek naar de beweegredenen van een moeder die ze op achtjarige leeftijd verloor door zelfdoding!
(Wel wat te veel woorden!)