Vraag 3: Waar gaat dit boek over en wat roept het op?
Herkenning - medelijden - bewondering - verbazing - boosheid - blijdschap
Het is de zoektocht van een jongetje, dat al heel vroeg weet dat hij een meisje is, naar zelfverwezenlijking. De omgeving en de tijd waarin de zoektocht plaatsvindt zijn niet in haar voordeel. De grappen en opmerkingen van de omgeving over homo’s en travestieten zorgen ervoor dat ze zich niet veilig genoeg voelt om voor haar ware gevoelens uit te komen. Op het moment dat ze zich openlijk wil gaan uiten en als vrouw over straat loopt, wordt ze vreselijk in elkaar geslagen en geschopt, waardoor ze weer jarenlang terug in de kast kruipt en zich doodongelukkig voelt.
De herkenning schuilt voor mij in het tijdsbeeld, hoe het gezin communiceert (niet), maar ook in het feit dat ik een schoolvriendinnetje had die liever een jongen was geweest.
Medelijden omdat ik het de hoofdpersoon en de personen waar ze mee omging, zo had gegund om vrijuit zichzelf te kunnen zijn.
Bewondering dat ze dat toch probeerden.
Verbazing over het geweld en onbegrip.
Boosheid over het geweld, maar ook (of vooral) over die ondoordachte dingen die mensen kunnen zeggen waardoor mensen niet zichzelf durven te zijn. En daarom ook boos op mezelf, want hoewel ik nooit problemen heb gehad met queers, zal ik best weleens foute opmerkingen of grapjes hebben gemaakt.
Blijdschap dat ze uiteindelijk toch zichzelf durft te zijn.